Astronauten vertellen over het leven en werken in de ruimte
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.want.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2020%2F11%2FANP-400280805.jpg)
Het internationale ruimtestation ISS bestaat 20 jaar. Astronauten vertellen over hoe het is om er te leven en de gevolgen daarvan.
Reizen in de ruimte: voor veel mensen is het een droom die waarschijnlijk nooit uitkomt. Toch zijn er aantal die het geluk wel hebben om er voor even te mogen leven en werken.
Het ISS bestaat 20 jaar
Dat is allemaal makkelijker geworden door het ISS. Op 2 november 2000 kwam de eerste bemanning aan op het ruimtestation. Nu 20 jaar later zijn er verschillende astronauten er geweest, waaronder onze eigen André Kuipers.
Het leven in de ruimte ziet er natuurlijk heel anders uit. Er is gewichtsloosheid dus dat vergt een andere manier van bewegen. Het zorgt er daarom ook voor dat astronauten hun spierkracht verliezen. Maar ook binnenin het lichaam verandert wat. Vloeistoffen worden normaal gesproken in het lichaam vastgehouden door zwaartekracht, maar door gewichtsloosheid stromen deze naar de borst en het hoofd van de astronauten.
Astronauten moeten wennen
Toch is het vooral de eerste dagen wennen: “Iedereen voelt zich de eerste dagen echt volgepropt en je hebt last van verkoudheid. Uiteindelijk kom je in een soort stabiele toestand doordat je lichaam zich aanpast aan de omgeving. Dan kun je ook je eigen taken uitvoeren,” laat oud-astronaut Richard Linnehan weten in een interview met Viking TV.
Uiteindelijk is er weinig verschil tussen onder en boven en gaat het dagelijkse leven ook boven in de ruimte verder. Eten is echter wel anders. De smaak verandert dan ook in de ruimte laten de astronauten weten. Pittig eten is dan ook favoriet.
Ook naar de wc gaan is in de ruimte compleet anders. Door de gewichtsloosheid zit zitten op een wc er niet zo makkelijk in. Eigenlijk zitten de astronauten dan ook op een soort stofzuiger als ze hun behoefte moeten doen.
Problemen voorkomen
Des te langer de missie duurt des te meer gevolgen heeft het voor het lichaam. Zoals eerder aangegeven is spierverlies het probleem en is het mogelijk dat de structuur van de botten iets wijzigt door gewichtsloosheid. Ook verandert er wat in de hersenen, zicht en de diversiteit van bacteriën in het lichaam.
In totaal verliezen astronauten die langer in de ruimte zijn zo’n 20 procent botmassa. Om toch zo goed mogelijk te herstellen proberen ze te trainen in de ruimte door speciale apparatuur. Daarnaast nemen ze vitamine D-supplementen door het gebrek aan zonlicht op te vangen.
Wil je nog veel meer weten over het werken en leven in de ruimte? Kijk dan de video hieronder.