Zo accuraat is de snelheidsmeter in Google Maps

Apps Sam Dille 12 okt 2025
Leestijd: 4 minuten

Misschien vertrouw je op Google Maps als je door een flitsgevoelige zone rijdt. Maar hoe dicht zit die digitale meting eigenlijk bij de werkelijkheid?

De kans is groot dat je tegenwoordig vaker naar je scherm kijkt dan naar het dashboard van je auto. Niet omdat je van blauw licht houdt, maar omdat apps zoals Google Maps en Waze het je makkelijk maken. Ze vertellen niet alleen waar je heen moet, maar ook hoe hard je rijdt. Handig, zeker als je in een onbekend gebied bent of je eigen snelheidsmeter niet helemaal vertrouwt.

Toch is er een belangrijke vraag: hoe betrouwbaar is die digitale snelheidsmeter nu echt? Google waarschuwt zelf al dat de snelheidsindicatie alleen ‘voor informatief gebruik’ bedoeld is. Maar hoe groot is dat verschil in de praktijk, en waarom bestaat het überhaupt?

Van geen limiet tot digitale snelheidscontrole

In de begindagen van het autorijden was er nog geen landelijke snelheidslimiet. Dat betekende dat bestuurders in theorie onbeperkt gas konden geven, zonder zich zorgen te maken over boetes. Dat veranderde drastisch in de jaren ’70, toen een oorlog in het Midden-Oosten leidde tot een oliecrisis. In de Verenigde Staten reageerde president Richard Nixon door een nationale snelheidslimiet van 55 mph, ongeveer 90 km/u in te voeren. Vanaf dat moment werd de snelheidsmeter een trouwe blikvanger in elke auto.

Vandaag de dag is de wereld van autorijden onlosmakelijk verbonden met technologie. Google Maps, Apple CarPlay en Android Auto zijn uitgegroeid tot standaardtools in de auto. Maar de hamvraag blijft: hoe accuraat is die snelheidsmeter van Google eigenlijk?

Zoveel miljoenen euro's leveren flitsers voor smartphone in auto op
Een houder is veel veiliger. (afbeelding: Unsplash / Priscilla Du Preez)

Volgens een test van Auto Expert bleek de snelheidsmeter van Google Maps de snelheid structureel iets lager te rapporteren, gemiddeld zo’n 2 km/u minder dan de werkelijke snelheid. Bovendien schommelde de meting tijdens constante ritten met 3 tot 5 km/u. Niet schokkend, maar genoeg om te beseffen dat die kleine cijfers onderin het scherm geen exacte wetenschap zijn.

Google weet dit ook, en vermeldt daarom netjes een disclaimer: gebruik altijd de snelheidsmeter van je voertuig om je echte snelheid te controleren. Met andere woorden, vertrouw je smartphone, maar niet blind.

Hoe snelheidsmeters werken

Er zijn grofweg twee soorten snelheidsmeters die je in auto’s vindt: mechanische en elektronische. De mechanische variant gebruikt een roterende kabel die de wielsnelheid omzet in een naaldpositie op je dashboard. De elektronische snelheidsmeter werkt iets moderner. Kleine magnetische sensoren berekenen hoe snel de as draait.

Apps zoals Google Maps pakken het anders aan. Die gebruiken GPS-signalen van satellieten om jouw positie te bepalen. Door te meten hoe snel die positie verandert, berekent het systeem je snelheid. Klinkt precies, maar er zijn meer haken en ogen dan je denkt.

Google Maps krijgt opvallende verandering in Android Auto
(Afbeelding: Pexels)

Internationale regelgeving speelt namelijk ook een rol. In Europa mag een snelheidsmeter de snelheid nooit onderschatten. Autofabrikanten bouwen daarom bewust een kleine marge in, vaak tot 10% + 4 km/u te hoog. Australië hanteert vergelijkbare normen.

In de VS gelden iets andere regels. Daar moeten snelheidsmeters de snelheid tonen in miles per hour (of in combinatie met km/u), maar er bestaan geen vaste nauwkeurigheidseisen voor personenauto’s. Veel merken houden zich toch aan Europese standaarden, simpelweg omdat dat het exporteren van voertuigen makkelijker maakt.

Waarom de snelheidsmeter van je auto (en Google Maps) niet perfect is

Er is een praktische reden waarom snelheidsmeters iets te veel aangeven. Stel dat je banden een andere maat hebben dan waarvoor de auto is ontworpen. Of dat de bandenspanning iets afwijkt. Zelfs software-updates of kleine aanpassingen aan je auto, denk aan andere wielen of een nieuwe transmissie, kunnen invloed hebben op wat de snelheidsmeter laat zien.

Daarom bouwen fabrikanten liever een kleine foutmarge in. Zo loop je minder risico op een boete, zelfs als er kleine afwijkingen zijn. Bij GPS-metingen komen daar nog extra factoren bij kijken. Slecht weer, hoge gebouwen, tunnels of zelfs de stand van satellieten kunnen de nauwkeurigheid beïnvloeden. Ook de kwaliteit van de GPS-ontvanger in je telefoon speelt mee.

Toch is geen enkel systeem perfect. De ene meter geeft iets te veel aan, de andere iets te weinig. Maar in beide gevallen is het verschil zelden groot genoeg om je rijgedrag volledig te veranderen.

Gebruik Google Maps, maar met een korreltje zout

Google Maps doet verrassend goed werk als het gaat om snelheidsmeting. Voor dagelijks gebruik is het verschil met de snelheidsmeter van je auto minimaal. Toch is het belangrijk om te onthouden dat de app geen officieel meetsysteem is.

De beste aanpak: gebruik de snelheidsmeter van je auto als uitgangspunt en zie die van Google als handige extra controle. Zo blijf je veilig, vermijd je onnodige boetes en kun je met een gerust hart navigeren.

Google Maps maakt het nog makkelijker om plaatsen terug te vinden

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste wat tech en culture te bieden heeft 🚀

De laatste ontwikkelingen iedere vrijdag in je mailbox? WANT houdt je op de hoogte!

Onderwerpen