Alles wat je wil weten voordat je een 3D-printer koopt

Een 3D-printer is een handige gadget voor in huis, maar heeft ook wat liefde en aandacht nodig. Wij helpen je op weg met wat handige tips.

Een 3D-printer is fantastisch. Een kapot meubelstuk repareren met een zelfgeprint onderdeel is geen probleem. Een gepersonaliseerd cadeautje uit de printer halen wanneer er plots een verjaardag opduikt, kan ook moeiteloos. Met een beetje technische kennis kun je zelfs je eigen bizarre Smart Home-gadgets ontwerpen.

Een 3D-printer lijkt hét wonderapparaat voor elke doe-het-zelver. Maar zoals met veel dingen: de werkelijkheid is net wat minder glanzend. Hier zijn vijf dingen die handig zijn om te weten voordat je de sprong in de wereld van 3D-printen maakt.

3D-printer is huis? Dit wil je ongetwijfeld weten

Deze tips zijn ideaal voor iedereen met een 3D-printer.

#1 Verwacht geen plug & play

Een 3D-printer werkt niet zoals een koffiemachine of Bluetooth-speaker. De meeste modellen komen half gedemonteerd binnen en vragen om een goede portie geduld én technisch inzicht.

En zelfs na de eerste succesvolle opbouw zijn er regelmatig issues: losse schroefjes, scheef printbed, haperende extruder. Dan mag er zelf uitgezocht worden wat het probleem is. Zorg er dus voor dat jij of iemand die je kent zich goed informeert zodat je problemen altijd in een handomdraai oplost.

#2 Kies het juiste type 3D-printer (FDM of SLA)

Er zijn grofweg twee soorten 3D-printers: FDM en SLA. FDM-printers zijn betaalbaarder, eenvoudiger in gebruik en geschikt voor de meeste toepassingen.

SLA-printers leveren scherpere details, vooral handig voor bijvoorbeeld miniaturen of sierobjecten, maar werken met vloeibare hars. Dat is wat rommeliger en chemischer dan filament. Voor beginners is FDM de beste start.

#3 Niet elke printer kan met elk materiaal overweg

Filamenten zijn er in soorten en maten: PLA, PETG, ABS, TPU. Elk materiaal heeft zijn eigen karakter. PLA is makkelijk, maar breekbaar. ABS is steviger, maar lastiger te printen. TPU is flexibel, maar vraagt om specifieke hardware.

Een 3D-printer moet dus de juiste temperatuur aankunnen en het liefst een gesloten behuizing hebben als met meer exotische materialen geprint gaat worden.

#4 Zelf ontwerpen is een vak apart

Op internet zijn duizenden 3D-modellen te vinden die meteen geprint kunnen worden. Maar wie écht eigen ontwerpen wil maken, moet zich verdiepen in ontwerpsoftware zoals Fusion 360 of Blender.

Daarnaast is er slicersoftware nodig (zoals Cura of PrusaSlicer) om het model printklaar te maken. Verwacht dus een leerproces, met vallen, opstaan en vooral veel testprints.

#5 Printen kost enorm veel tijd

Zelfs kleine objecten kunnen uren in beslag nemen. Een simpel kabelclipje kost bijvoorbeeld al snel een uur. En een beeldje van 15 centimeter? Reken op een halve dag, of meer.

En dan bestaat ook nog de kans dat de print halverwege mislukt. Het resultaat is een hoop frustratie en weggegooid filament. Geduld is dus een belangrijke eigenschap voor iedereen die zich aan een 3D-printer waagt.

Canon laat je VR- en 3D-beelden maken met ‘betaalbare’ lens

Onderwerpen

• 3D
• 3D printers