iPhone Air review: is dunner echt beter?

WANT-hoofdredacteur Jeroen Kraak heeft de iPhone Air nu een aantal weken kunnen gebruiken. Hij vertelt je of je 'm wel of niet in huis moet halen.

Een van de nieuwste trends in de techwereld is dat smartphones zo dun mogelijk moeten zijn. Zo kwam Samsung eerder dit jaar met de Galaxy S25 Edge en nu is ook Apple van de partij. Het heeft met de iPhone Air een dun en licht model in de gelederen.

De iPhone Air vervangt de Plus in de line-up. Dat was een iets grotere uitvoering van de gewone iPhone. Is de verandering een echte toevoeging? WANT-hoofdredacteur Jeroen Kraak ging met het nieuwe toestel aan de slag.

Met de iPhone Air gaat Apple voor dun

Dunnere smartphones zijn voor mij persoonlijk iets waar ik erg naar uitkijk. Zelf heb ik niet echt grote handen en daarom voelt de Pro Max al gauw heel onhandig aan. Daarom was ik een groot fan van het formaat van de Samsung Galaxy S25 Edge en ben ik ontzettend blij met de iPhone Air.

Als je de iPhone Air voor het eerst in je hand hebt, merk je meteen hoe licht die is. De eerste keer oppakken voelt erg raar aan, maar al snel raak je eraan gewend. Door het dunne ontwerp moet ik soms een aantal keer in mijn broekzak voelen, omdat ik soms het gevoel heb dat ik ‘m vergeet mee te nemen. Door de ronde vormen ligt hij ook nog eens erg fijn in de hand, zelfs met kleinere handen.

Qua uiterlijk ziet de iPhone Air er ook premium uit. Hoewel de iPhone 16 Pro-modellen vorig jaar nog gemaakt waren van titanium, is de Air dit jaar de enige die dat materiaal gebruikt. Dat zorgt voor een gladde, glimmende look. Vooral de kleur Hemelsblauw springt er echt uit.

Wellicht maak je je zorgen over de stevigheid van de iPhone Air, maar dat is onterecht. De smartphone voelt stevig aan en je hoeft dan ook niet bang te zijn dat je ‘m doorbuigt. Apple zelf heeft hem tot een kracht van 60 kilo getest, terwijl een normaal mens maar kan buigen met zo’n 20 kilo kracht. Ik heb ‘m proberen te buigen, maar hij is daar zeker tegen bestand.

Wat meteen opvalt aan het uiterlijk is dat de iPhone Air maar één camera heeft, terwijl de Samsung Galaxy S25 Edge er twee heeft. Bij de camera is de smartphone iets dikker. Dat komt doordat Apple alle andere onderdelen, zoals de chipset en de modem, daar heeft geplaatst. Wat onder het camera-eiland zit, is allemaal batterij.

Batterij

Dan kom je gelijk bij twee van de opvallendste punten van de iPhone Air uit: de batterijduur en de camera. Het zijn de enige twee zaken waar je echt op inlevert ten opzichte van de iPhone 17.

Toch zijn die nadelen minder groot dan je denkt. Laten we beginnen bij de batterij. Tijdens de sessies die ik met mijn smartphone had, kon ik er makkelijk een dag mee doen. Desondanks verkoopt Apple speciaal voor de Air nog een batterypack. Dus als je echt veel taken uit moet voeren die veel batterij verbruiken, zoals je smartphone bijvoorbeeld als wifi-hotspot gebruiken, is het handig om er een bij te kopen.

Je moet die extra batterij echter niet de hele tijd op je iPhone laten zitten, aangezien die ‘m flink zwaarder maakt. Echter ziet het er esthetisch wel goed uit en door middel van MagSafe zit die ook stevig vast. Met het batterypack doet de iPhone Air qua batterijduur niet onder voor de Pro Max. Deze moet je echter wel los bijkopen en kost 115 euro.

Camera

Een andere concessie die je moet doen is op het gebied van de camera. Om de iPhone Air zo dun en licht mogelijk te houden, heeft Apple ervoor gekozen om maar één camera aan de achterkant te plaatsen. Dit is een 48 megapixel Fusion-camera, zoals Apple het noemt. Volgens het bedrijf combineert dit meerdere camera’s in één.

Standaard fotografeert deze in 24 MP, maar je kunt ook kiezen voor een hogere resolutie van 48 megapixel. Die techniek zorgt er ook meteen voor dat je een 2x optische zoom hebt. Foto’s zien er prima uit. Voor die 48 megapixel moet je echter wel eerst naar de instellingen om deze optie te activeren in je camera, anders schiet de iPhone standaard in 24 megapixel.

Aan de voorkant zit Apple’s nieuwe 18 MP Center Stage-camera. Die naam doet wellicht een belletje rinkelen, aangezien Center Stage een functie is die we eerder op de iPad en MacBook zagen. Hiermee zit je altijd midden in het beeld. Iets wat bijvoorbeeld handig is voor het maken van een video of als je iemand videobelt.

Wat vooral nieuw is aan de camera, is dat Apple kiest voor een vierkante sensor. Hiermee is het mogelijk om zowel in landscape- als in portraitmode te filmen en fotograferen zonder dat je je iPhone draait. Daarnaast zorgt de grotere lens ervoor dat je beeld stabieler blijft als je een video opneemt met de selfiecamera. In de praktijk heb ik dat uitvoerig getest en het beeld is zeker stabieler.

Beeldscherm van de iPhone Air

Die foto’s zie je meteen verschijnen op het beeldscherm en daar heb ik niks over te klagen. Met 6,5 inch is die groter dan de reguliere iPhone 17 en 17 Pro. Zoals je van Apple al jaren gewend bent, zijn deze schermen gewoon goed. Kleuren spatten er vanaf.

Waar Apple vooral aan heeft gewerkt, is dat het scherm in vol licht buiten nog beter te zien is. Zo is de piekhelderheid naar 300 nits gegaan en is er een nieuwe anti-reflectiecoating over het scherm gegaan. Op de zonnige dagen die ik in september meemaakte (helaas waren dat er weinig) voldeed het scherm prima. Ik had nergens het gevoel dat ik niets kon zien vanwege de zon.

Dat scherm wordt beschermd door Ceramic Glass 2, dat volgens Apple steviger is en krassen voorkomt. Hoewel er op internet verhalen rondgaan dat het toestel snel krassen oploopt, heb ik dat niet zo ervaren. Hoewel ik er niet expres op testte, zat de iPhone een paar keer wel bij mijn sleutels in mijn zak en ik heb geen kras gezien. Zowel aan de voor- als achterkant.

Daarnaast heeft Apple nu op alle nieuwe smartphones ProMotion. Dat betekent dat je van 1 tot 120 Hz kunt afspelen op je iPhone, oftewel verversingen per seconde. Zo is 1 goed als je voor een always-on achtergrond gaat of wat langer documenten leest. Die 120 Hz is dan weer ideaal voor gaming of scrollen. Het moet er dan ook vooral voor zorgen dat de batterij langer meegaat. Voor mij, ik kom van de normale iPhone 16 af, is het echter een zeer goede toevoeging.

Chip

In de iPhone 17 Air zit verrassend genoeg de A19 Pro-chip. Het is voor het eerst dat Apple drie toestellen tegelijkertijd de Pro-variant geeft. Hoewel ik bij mijn iPhone 16 nooit klaagde over de snelheid, voelt ook bij dit model alles vlekkeloos aan. Het is echter vooral interessant als je meer games speelt en all-in gaat op AI.

Op al die AI-functies zal je echter nog wel even moeten wachten. Apple Intelligence komt ergens in oktober naar Nederland, maar zal slechts een aantal basisfuncties hebben. Toch deelt Apple met AI-ontwikkelaars AI-API’s, zodat zij AI-processen op het toestel zelf kunnen uitvoeren in plaats van in de cloud. Dat zorgt ervoor dat je gegevens beter beschermd zijn en dat AI vaak ook wat sneller is. Echter, voor ingewikkeldere taken zal alsnog verbonden moeten worden met het internet.

Wat echter wel opvalt, is dat het toestel bij veel taken warm wordt. De iPhone Air heeft geen Vapor Chamber, zoals de iPhone 17 Pro dat wel heeft, waardoor er niet zo makkelijk gekoeld kan worden. Om toch te presteren, zitten alle cruciale onderdelen aan de bovenkant van de smartphone.

Nieuwe draadloze technologie in de iPhone Air

Een van die onderdelen aan de bovenkant is de nieuwe modem van de iPhone Air. Hoewel we die normaal eigenlijk niet benoemen in een review, is het dit keer toch echt de moeite waard. Apple stopt namelijk voor het eerst zijn eigen exemplaar in een smartphone: de C1X. Deze is twee keer sneller dan de C1 die in de iPhone 16 werd gestopt.

Qua prestaties is er nauwelijks verschil te voelen tussen de modems van de iPhone 17-lijn en de Air. Waar het verschil voor Apple in zit, is het energieverbruik. Apple heeft hem zo efficiënt mogelijk gemaakt. Voor mij is het echter moeilijk te zien wat het echte verschil is in verbruik. Dat weet waarschijnlijk Apple zelf alleen.

Conclusie

Hoewel de iPhone mini en de iPhone Plus nieuwe modellen waren van Apple, voelden ze niet echt nieuw. Voor mij voelt de iPhone Air duidelijk wel zo. Apple heeft al zijn technische kennis gebruikt om de smartphone zo smal mogelijk te maken. Het heeft voor mij dan ook een andere feeling dan de andere modellen.

Hij is dun, licht en makkelijk met één hand te bedienen. Voor mij persoonlijk is dat echt iets wat ik nodig had. Hoewel ik daarmee concessies moet doen op bijvoorbeeld de camera en batterij, valt dat mee. Met één lading kan ik makkelijk een dag doen, zelfs als ik mijn smartphone soms als hotspot gebruik.

Qua camera mis ik eerlijk gezegd niet te veel, maar dat komt omdat ik van een gewone iPhone afkom en ik denk dat de meeste mensen het niet eens echt zullen merken.

Voor dit nieuwe model betaal je echter wel een stevige prijs. Het instapmodel met 256 GB geheugen kost 1229 euro, waarmee die dus tussen de gewone iPhone en de Pro ligt. Wel kun je zeker zeggen dat dit echt de meest luxe uitvoering is. Hij ziet er strak uit en titanium geeft echt een classy uitstraling. Als je dus een mooie, dunne iPhone zoekt die goed presteert, is het echt geen miskoop. Hopelijk is dit dus de voorbode voor een opvouwbare iPhone, die ook dun moet zijn.

Onderwerpen

• iPhone Air