Maak deze fout niet als je met je Smart Home begint

Een Smart Home klinkt als dé manier om je leven makkelijker te maken, maar een verkeerde start kan je hele ervaring verpesten. Wij leggen je uit hoe je dat kunt voorkomen.

Slimme lampen die je met je stem bedient, een thermostaat die de temperatuur regelt nog voordat je thuiskomt, of een deurbel die je laat zien wie er aanbelt: het klinkt allemaal geweldig. Een Smart Home kan je dagelijks leven soepeler laten verlopen en zelfs een beetje futuristisch laten aanvoelen. Maar er is één grote valkuil waar veel mensen in trappen, en die kan je meer frustratie opleveren dan gemak.

Wat vaak vergeten wordt, is dat de eerste keuzes die je maakt bepalend zijn voor hoe slim je huis uiteindelijk écht wordt. Als je daar de mist in gaat, zit je later vast aan apparaten die niet goed samenwerken, extra apps die je niet wilde en systemen die elkaar eerder in de weg zitten dan aanvullen. Laten we eens kijken wat er mis kan gaan en hoe je dat kunt voorkomen.

Wat veel mensen verkeerd doen met hun Smart Home

Het bouwen van een Smart Home is eenvoudiger dan ooit, maar het bouwen van een Smart Home dat aan je verwachtingen voldoet, is een ander verhaal. Vaak worden de keuzes voor je slimme huis al bepaald door de allereerste apparaten die je koopt. Het klinkt onschuldig om gewoon ‘even een slimme stekker’ te bestellen, maar voor je het weet heb je jezelf vastgezet in een ecosysteem waar je eigenlijk niet op zit te wachten.

Het lastige is dat je in deze vroege fase snel de verkeerde afslag kunt nemen. Je investeert in apparaten, gaat ermee aan de slag, en pas later merk je dat niet alles zo goed samenwerkt als je had gehoopt. Omdat je er al geld in hebt gestoken, ga je toch maar verder, waardoor het probleem eigenlijk alleen maar groter wordt.

Het ecosysteem dat je kiest, is daarbij cruciaal. Google Home, Apple Home (HomeKit) en Amazon Alexa zijn de drie grootste spelers. Daarnaast zijn er alternatieven zoals Samsung SmartThings of zelfs open systemen zoals Home Assistant. Maar mix je deze ecosystemen zonder te weten wat je doet, dan krijg je al snel een digitale rommelkast.

Matter maakt dingen een klein beetje makkelijker

Gelukkig staat de Smart Home-wereld niet stil. Dankzij het Matter-platform hebben Apple, Google, Amazon en zelfs IKEA beloofd om hun apparaten beter met elkaar te laten communiceren. Dat klinkt geweldig, en op termijn zal dat ook echt veel problemen oplossen. Maar voorlopig gaat de adoptie langzaam, en veel apparaten ondersteunen Matter of Thread nog niet.

Dat betekent dat je in de praktijk nog steeds vaak vastzit aan één gekozen ecosysteem. Apparaten hebben hun eigen apps, en als je telkens een andere app moet openen voor je verlichting, je deurbel en je thermostaat, is je Smart Home eigenlijk allesbehalve slim.

Bovendien mis je zo de échte magie van een goed Smart Home: automatiseringen en scènes die apparaten naadloos met elkaar laten samenwerken. Denk aan verlichting die automatisch dimt zodra je tv aangaat, een ochtendroutine waarbij je gordijnen openen of lampen die aangaan en de verwarming alvast inschakelt. Dat soort gemak bereik je alleen als je apparaten binnen hetzelfde ecosysteem zitten.

Een ecosysteem kiezen

Een ecosysteem kiezen klinkt misschien ingewikkeld, maar het valt mee als je jezelf een paar simpele vragen stelt. Hoe technisch ben je? En hoeveel vrijheid wil je hebben? Als je geen moeite hebt met het opzetten van een eigen server en je houdt van knutselen, dan is Home Assistant de ultieme keuze. Daarmee kun je vrijwel alles koppelen, van Zigbee tot Z-Wave, en bouw je de meest complexe automatiseringen die je maar kunt bedenken.

Het nadeel: Home Assistant vraagt meer tijd en inzet. Je moet speciale hardware regelen (zoals een Raspberry Pi of oude laptop), back-ups maken en soms zelf oplossingen zoeken. Voor sommige mensen klinkt dat spannend, voor anderen is dat te veel gedoe.

Ga je hier niet bepaald van springen, dan zijn de standaard platforms een stuk gebruiksvriendelijker. Het is simpel: gebruik je al een iPhone en een HomePod, dan ligt Apple Home voor de hand. Ben je een Android-gebruiker die alles via Google regelt, dan is Google Home een logische stap. Of misschien staat er al een Alexa-speaker in je woonkamer. Dan is Amazon het meest voor de hand liggend.

Belangrijk is om te beseffen dat dit het ideale moment is om te kiezen. Als je nog maar een paar apparaten hebt, is overstappen betaalbaar en eenvoudig. Heb je eenmaal twintig slimme lampen en een compleet alarmsysteem hangen, dan wordt het een ander verhaal.

Zo begin je slim met je Smart Home

Misschien heb je je eerste Smart Home-apparaat al zonder nadenken gekocht. Vaak is dat een slimme speaker of een apparaat dat toevallig een hubfunctie vervult. Een Apple TV 4K of een HomePod mini kan bijvoorbeeld meteen als centrale hub dienen voor je hele Apple-ecosysteem.

Zodra die basis staat, kun je rustig verder bouwen. Slimme stekkers zijn een geweldige start: goedkoop, makkelijk en verrassend veelzijdig. Je verandert er ieder apparaat met een aan/uit-knop mee in een slim apparaat. Perfect voor lampen, kerstverlichting of zelfs om de illusie te wekken dat er iemand thuis is.

Ook handig: begin klein, bijvoorbeeld in één kamer. Richt bijvoorbeeld een slaapkamer in met slimme lampen, sensoren en een speaker. Zo kun je rustig groeien zonder dat je meteen in een doolhof van apparaten belandt.

Zit jezelf niet in de weg

Een Smart Home is geen project dat je in één dag afrondt. Zie het als iets dat groeit, net als een huis dat je stukje bij beetje inricht. Je hoeft niet meteen alles perfect te hebben. Het gaat erom dat je keuzes maakt die je in de toekomst niet tegenwerken.

Bedenk ook dat er altijd een beter apparaat in aantocht is. Wachten tot het ‘perfecte moment’ betekent vaak dat je nooit begint. En zolang je een goede basis hebt gelegd met het juiste ecosysteem, kun je altijd uitbreiden of upgraden zonder alles opnieuw te hoeven doen.

Google laat je vanaf nu praten met je smart home

Onderwerpen

• IKEA